menu

5 vragen aan… Katja en Cedie

Wie lopen er rond op de vestigingen van BLH? Wat is hun specialiteit? En hoe werken ze? Maak kennis met onze medewerkers. Deze keer BLH’ers Cedie Joosse-Sijben en Katja Zhigorevich.

Wat zijn je werkzaamheden bij BLH?

Cedie: ‘’Ik werk veel met kinderen met leesproblemen en dyslexie. Ook doe ik diagnostiek en behandel ik kinderen vanuit de basis GGZ. Daarnaast vind ik het leuk om met collega’s mee te denken, bijvoorbeeld met onderzoeken of met zaken waar zij tijdens de begeleiding tegenaan lopen.’’

Katja: ‘’Op dit moment doe ik ONL-begeleidingen, arrangementen op scholen en zie ik leerlingen op de praktijk. Ik begeleid zowel kinderen op het sociaal-emotionele stuk als op leergebied. Ik gebruik de methode ‘Beter bij de les’ bij een leerling en oefen met kinderen met schoolse vakken. Wat betreft de sociaal-emotionele ontwikkeling doe ik van alles: werken uit het SOVA-boekje, de route naar een nieuwe school leren fietsen, voorbereiden op de wisseling van groep of school, toneelspelletjes voor sociale interacties, leren plannen door bijvoorbeeld te kijken wat je nodig hebt en moet doen voor eten koken… en noem maar op!’’

Welke creatieve, grappige dingen doe je tijdens de begeleiding?

Katja: ‘’Actieve kinderen laat ik wel eens rennen en springen tijdens het flitsen van klanken en letters. De kinderen volgen een heel parcours door de kamer door op de goede letter te springen. Kinderen vinden het fantastisch!’’

Cedie: ‘’Op allerlei creatieve manieren creëer ik succeservaringen bij leerlingen. Vandaag zag ik bijvoorbeeld een jongen met dyslexie die baalde omdat hij nog niet snel kan lezen. Tijdens de begeleiding kwamen we erachter dat hij zonder problemen op de kop kan lezen. We hebben toen een paar leesoefeningen op de kop gedaan wat zorgde voor een grote glimlach èn de oefeningen daarna gingen beter!’’

Wat vind je het belangrijkste resultaat om te halen met leerlingen?

Cedie: ‘’Ik probeer de leerlingen tijdens iedere begeleiding successen te laten ervaren om hun competentiegevoel en eigenwaarde te versterken. Ik geniet ervan als leerlingen kunnen zeggen dat ze zelf verder kunnen.’’

Katja: ‘’ Naast de didactische doelen, bijvoorbeeld dat een kind meer woorden leest in één minuut, vind ik de persoonlijke groei belangrijk. Zo was er laatst een leerling die nét niet alle doelen behaald had, maar voor zijn eigen gevoel zo’n groei en ontwikkeling had doorgemaakt. En dit is vaak iets niet meetbaars, maar het kind voelt het wel.’’

Wat is je grappigste blunder?

Cedie: ‘’Vlak nadat ik met een leerling besproken had hoe hij erop kan letten nauwkeurig te lezen, maakte ik zelf een fout. Ik verbeterde namelijk de leerling terwijl hij het woord goed had gelezen. Gelukkig was het nauwkeurig lezen bij hem wél gelukt en verbeterde hij mij! Het werd meteen duidelijk dat iedereen fouten maakt.’’

Hoe schemert de mindsettheorie door in je werkzaamheden?

Katja: ‘’Ik vraag kinderen wat ze zelf willen leren. Soms komt er iets persoonlijks uit, zoals het vinden waar hij of zij goed in is. Ook pak ik de talentenkaarten erbij. Vooral wanneer een leerling al een tijdje in begeleiding is en de motivatie een beetje daalt. Dit helpt vaak als je het combineert met de leerkuil, dan zie je de motivatie weer omhooggaan. Heel mooi om te zien!’’

Cedie: ‘’In de manier waarop ik feedback geef aan de leerlingen. Deze is gericht op het leerproces dat de leerlingen doormaken.’’

Wat vond je zelf vroeger heel moeilijk op school?

Cedie: ‘’Tijdens mijn studie orthopedagogiek had ik moeite met statistiek. Eén tentamen heb ik wel drie keer overgedaan. Ik kwam erachter dat ik teveel tijd besteedde aan het begrijpen van de theorie en dat het mij veel meer hielp om oefenopgaven te maken en daarbij te onthouden welke stappen ik moest zetten om tot de goede antwoorden te komen. Door op een andere manier te leren heb ik de laatste keer een 9 gehaald!’’

Katja: ‘’Ik vond vroeger de exacte vakken moeilijk op school. Daar hielp iemand mij toen mee. Zij hielp met het maken van ezelsbruggetjes, wat ik heel leuk vond om te doen. Én ikzelf gebruik het nu vaak met de kinderen die ik begeleid.’’